De vergadering werd donderdagochtend geopend door ds. Maljaars, tweede voorzitter van de synode. Hij sprak over Micha 7:14: een gebed om leiding door de grote Herder Jezus Christus, zo legde de predikant uit. „De kerk mag in moedeloze omstandigheden het oog naar boven slaan.”
De kudde waarover Micha spreekt is „Gods erfdeel, een volk van mensen die bij elkaar horen en waarbinnen verscheidenheid is”, aldus de predikant uit ’s-Gravenpolder. De herdersstaf in het vers wijst op „Gods Woord en Geest. We hebben gisteren de hele avond over de Bijbel gesproken”, zei ds. Maljaars, verwijzend naar de bespreking over de verstaanbaarheid van de Statenvertaling. „Is het voor ons een wonder dat we het Woord nog mogen hebben?”
De predikant gaf Psalm 80:2 op om te zingen. Precies 118 jaar geleden, op 9 oktober 1907, liet voorzitter ds. N.H. Beversluis op de eerste synode van de Gereformeerde Gemeenten dezelfde psalm zingen, zo had ds. Maljaars na het voorbereiden van zijn meditatie gesignaleerd in oude acta. „Gods volk is altijd in onze gemeenten geweest. We zijn een planting –niet de enige planting– van de Heere. Laten we bidden voor onze gemeenten of de Heere de trouw, aan ons voorheen betoond, wil herdenken.”
Werkgroep studenten
De generale synode van de Gereformeerde Gemeenten doet een oproep aan studentenvereniging CSFR om met regelmaat sprekers te vragen vanuit de Gereformeerde Gemeenten. Dat bleek donderdag tijdens de bespreking van de werkgroep studenten. Daarmee vervolgde de synode, bijeen in Gouda, de woensdag begonnen bespreking van het rapport van het deputaatschap kerk, gezin, jeugd en onderwijs (KGJO).
Ds. P.J. de Raaf (Boskoop), voorzitter van de werkgroep, lichtte toe dat het bereiken van studerende jongeren een blijvende zorg is. Hij riep gemeenten ertoe op aan de werkgroep door te geven wie van hun jongeren studeren. „Soms denken kerkenraden dat het delen van deze gegevens vanuit de wet op de privacy (AVG) niet mag, maar dat is niet aan de orde.” De predikant noemde het „moeilijk” om te horen dat sommige kerkenraden weinig zicht hebben op studerenden in hun gemeente.
Meerdere afgevaardigden onderstreepten in aanvulling hierop het belang van goed contact tussen gemeente en student. Ds. H.A. van Zetten (Nieuw-Beijerland): „We reizen naar Japan of Senegal om een enkeling te vinden en met het Woord te bereiken. Het kan dan niet zo zijn dat je niet weet in je eigen gemeente wie er studeren en waar zij zich bevinden. Al onze studerende jongeren hebben een ziel en reizen naar de eeuwigheid.”
Het deputaatschap bracht onlangs de brochure “Omzien naar studenten” uit, om kerkenraden in deze thematiek bij te staan.
Verschillende afgevaardigden vroegen aandacht voor blijvend contact met de CSFR, waarvan twee op de vijf studenten uit de GG afkomstig zijn. Ouderling H.T. Groenendijk (Capelle aan den IJssel-West) rekende voor dat van de studerende GG-jongeren er zelfs zo’n twee op de drie lid zijn van deze studentenvereniging. Ds. H.J. Agteresch (Werkendam): „Worden wij daar dan ook uitgenodigd als predikanten om te spreken? Kan dat als een dringend verzoek worden neergelegd, bijvoorbeeld om bij elk jaarthema ten minste één spreker vanuit onze gemeenten te vragen?”
Ds. De Raaf gaf aan dat de werkgroep dit verzoek bij de vereniging zal neerleggen en riep predikanten en ambtsdragers ertoe op zich dan ook beschikbaar te stellen voor een bijdrage.
Daarnaast onderstreepte hij het belang van gesprek met kritische studenten. „Het is fijn dat er veel betrokken studenten zijn, bij wie je verbondenheid ervaart. De welwillenden bereiken we wel. Maar juist met de afhakende jongeren zijn we niet meer in gesprek. Ik ben blij dat, toen ik vroeger als student weleens kritisch was, ik mensen om me heen had die oog voor me hadden en me toch vasthielden. Zulke mensen gun ik elke student.”
Bespreking bonden
Onder KGJO vallen ook verschillende bonden, zoals de Bond van zondagsscholen. De synode sprak in lijn met het rapport van deze bond grote zorg uit over de ontwikkelingen rond de wet over het toezicht op informeel onderwijs.
De bond van zangverenigingen signaleert dat de populariteit van projectkoren een negatieve invloed heeft op de ledentallen van reguliere koren. Ds. S. Maljaars (’s-Gravenpolder) deed de suggestie om samenwerking te zoeken tussen beide vormen van koren.
Een paar afgevaardigden herkenden de waarnemingen van de Bond van vrouwenverenigingen dat, terwijl de bestaande verenigingen doorgaans vergrijzen, in diverse gemeenten initiatieven ontstaan waarbij met name jongere vrouwen elkaar ’s ochtends ontmoeten. Bondsvoorzitter ds. A. Verschuure (Genemuiden) zei dat de bond zo veel mogelijk wil bevorderen dat verschillende generaties elkaar ontmoeten. „Het heeft niet de voorkeur van de bond dat binnen één gemeente twee groepen ontstaan.”
Ds. A.T. Huijser (Rijssen-Noord) onderstreepte het belang dat de Vereniging van Organisten der Gereformeerde Gemeenten (VOGG) de breedte van de gemeenten dient en daarmee ook open moet staan voor verschillende stijlen van orgelspel. Ds. Agteresch wees erop dat de VOGG in de laatste jaren een „duidelijke verbreding” heeft doorgemaakt waarbij gezocht wordt naar herkenbaarheid voor het gemiddelde gemeentelid.
Diaconale en maatschappelijke zorg
Hulpvragen aan De Vluchtheuvel rond huwelijksproblematiek nemen sterk toe, niet alleen in aantal maar ook in intensiteit. Dat zei ds. J.B. Huisman donderdag tijdens de synode van de Gereformeerde Gemeenten (GG).
De synode besprak het rapport van het deputaatschap diaconale en maatschappelijke zorg, waarvan ds. Huisman (Ede) voorzitter is. Onder dit deputaatschap valt een breed palet aan vormen van zorgverlening. Dit krijgt onder meer gestalte door contacten met zorginstellingen als de Vluchtheuvel of door deelname van ambtsdragers aan raden van advies.
Ds. Huisman vroeg aandacht voor de financiële positie van Helpende Handen, een reformatorische belangenvereniging voor mensen met een beperking. Deze organisatie heeft aangegeven dat het voortbestaan onder druk kan komen te staan en verzocht de synode om extra financiële steun. Deze zegde de synode toe.
Enkele afgevaardigden wezen op het belang van beschikbare locaties voor gast- en crisisopvang voor kinderen en jongeren die tijdelijk niet thuis kunnen wonen. Zulke plaatsen zijn er, gaf ds. Huisman aan, „maar liefst zouden we er veel meer hebben. Het aanbod is lager dan de vraag.”
Een aantal afgevaardigden sprak waardering uit voor het werk van de ethische commissie. Deze bracht in de afgelopen jaren publicaties uit rond verschillende ethische thema’s, zoals seksuele diversiteit of leven en sterven in de moederschoot. Hoewel de commissie op dit moment een slapend bestaan leidt, klonk de oproep deze bezinning ook in de komende jaren weer vorm te geven. Expliciet werd daarbij aandacht gevraagd voor onderwerpen als zorg rond het levenseinde of de onderscheiden rollen van man en vrouw.
Ouderling A.J. van der Maas (Aagtekerke) illustreerde deze vraag met het voorbeeld dat reformatorische zorgmedewerkers soms hun baan moeten opzeggen uit gewetensnood over dergelijke ethische kwesties. Ds. Huisman zei de vraag vanuit de synode „duidelijk gehoord” te hebben. Tegelijk wees hij op vormen van bezinning die al bestaan, zoals het platform Bijbels Beraad M/V. „Er is al veel beschikbaar, laten we dergelijke contacten ook intensiveren.”
Ds. W. Harinck (Utrecht) wees als voorzitter van de stichting Dovenzorg op het grote tekort aan gebarentolken. „Dit is een groot probleem. Laten we het onder de aandacht van jongeren brengen dat dit een heel mooi beroep is, een dienende taak.”
Ouderling M.J.W. Hoek (Gouda) legde de vinger bij de penibele situatie van christelijke jeugdzorg op ggz-niveau. „Jaar in, jaar uit is dit zwaar verliesgevend. Laat het deputaatschap aandacht geven aan het behoud van deze vorm van zorg.”
Centrum voor Godsdienstonderwijs
De stichting Centrum voor Godsdienstonderwijs (CGO) zal worden omgezet in een deputaatschap, besloot de synode donderdag. Wel wordt het CGO gevraagd de conceptstatuten aanpassen. Zo ging de synode niet akkoord met het voorstel dat het CGO straks zijn eigen deputaten mag benoemen. Ook wil de synode graag dat er een band blijft bestaan met de Theologische School.
Vijftig jaar geleden ontstond het CGO onder de hoede van het curatorium. Inmiddels kreeg de stichting –die theologische toerusting verzorgt, evenals een hbo-opleiding theologie– een zelfstandige plaats binnen het kerkverband. Door omvorming tot een deputaatschap krijgt dat formeel gestalte.
CGO-voorzitter ds. A. Schreuder (Beekbergen) zei dat er een visitatie op stapel staat voor de hbo-opleiding in Gouda. „Het behoud van de accreditatie –waarbij we aan onze identiteit mogen vasthouden– is een grote uitdaging voor de komende tijd.”
Verschillende afgevaardigden spraken waardering uit voor de hbo-opleiding. Ds. G.W.S. Mulder (Ridderkerk): „De hbo-opleiding theologie van het CGO is de enige in Nederland die onverkort vasthoudt aan het Schriftgezag. Daar mogen we dankbaar voor en zuinig op zijn.” Ouderling L.J. Wisse (Uddel): „Laten we het CGO een belangrijke plek geven in onze kerkelijke bladen.”
Ds. Schreuder merkte op dat de belangstelling voor de meerjarige toerustingscursussen, met name op zaterdagochtend, afneemt. „De kortere leergangen zitten juist in de lift.”
Emerituskas
Een uitgebreide gedachtewisseling ontstond bij de bespreking van de rapporten van het deputaatschap emerituskas en de gelijknamige commissie. Laatstgenoemde commissie is in 2022 ingesteld om een einde te maken aan een jarenlange discussie over de vraag of emeritus predikanten die nog structureel preken een volledige uitkering moeten ontvangen van de emerituskas. Dat is nu wel het geval, maar dat stuit in de GG soms op weerstand op het grondvlak, zo werd ter synode meerdere keren genoemd.
Tegelijk wees ds. W. Visscher (Amersfoort) erop dat het deputaatschap, waarvan hij voorzitter is, „bij gelijkblijvende omstandigheden de komende tien jaar geen financiële tekorten verwacht” die het nodig maken om uitkeringen te korten. Ook zei hij dat emeritus predikanten vaak te maken hebben met flinke financiële verplichtingen.
Na een lange bespreking, waarin verschillende oplossingsvoorstellen langskwamen, nam de synode een besluit dat volgens de vergadering zowel rechtdoet aan de bestaanszekerheid van huidige emeriti als aan aarzelingen op het grondvlak en aan toekomstige mogelijke kostenstijgingen. (tekst gaat verder onder foto)
Uitreiking van de publicatie "Levend en krachtig".
Commissie Schriftgezag
Bij de bespreking van het rapport van de commissie Schriftgezag presenteerden de drie studiesecretarissen van de commissie, drs. J. van Gurp, dr. J.N. Mouthaan en drs. J.A. Roukens, hun recente publicatie voor jongeren, ”Levend en krachtig”. De generale synode besloot het mandaat van de commissie, die in 2022 is ingesteld, voor drie jaar te verlengen.
Ouderling G.D. Roeland (Sint-Annaland) waardeerde het werk van de studiesecretarissen, maar riep de commissie op om ook aandacht te geven „aan minder hoogopgeleiden en doeners”.
Kerkelijke Dienstverlening
In het rapport van het deputaatschap kerkelijke dienstverlening (DKD) staat dat groot onderhoud en (technische) renovatie nodig is van het veertig jaar oude pand van het bureau kerkelijke dienstverlening (BKD) in Woerden. De synode steunde de plannen, die 2,2 miljoen euro zullen kosten.
Ook meldde deputaat L.W. Both dat het BKD volgens de Belastingdienst onder voorwaarden niet btw-plichtig is voor haar dienstverlening aan partijen. Daarmee komt een einde aan enkele jaren van onzekerheid daarover.
Bij het deputaatschap hulpverlening kerkbouw, dat bij nieuwbouw en verbouw van kerken bijspringt met advies en leningen, zijn de afgelopen jaren veel vragen binnengekomen over verduurzaming van kerkgebouwen. Dat zei eerste secretaris van het deputaatschap L.M. Harthoorn. „Vooral uit kleinere gemeenten kwamen deze vragen. Een aantal van hen konden we ondersteunen met een zogenaamde duurzaamheidslening.”
Meldpunt Seksueel Misbruik Reformatorische Kerken
Het toenemend aantal meldingen van seksueel misbruik laat zien „hoe urgent het is om in de kerk recht te doen aan klachten”, stelde ds. H. Brons donderdag tijdens de synode van de Gereformeerde Gemeenten (GG).
De vergadering sprak in Gouda uitvoerig over de problematiek van seksueel misbruik. De GG kennen een stichting Meldpunt Seksueel Misbruik Reformatorische Kerken (SMRK) en een klachtencommissie. Deze commissie wordt ingeschakeld wanneer sprake is van een schriftelijke klacht over seksueel misbruik in een kerkelijke of pastorale gezagsrelatie.
Beide instanties gaven in rapporten van de overkoepelende deputaatschappen aan dat de problematiek speelt en ingrijpend is. Bestuursvoorzitter van de SMRK en afgevaardigde ouderling A. Hak (Alblasserdam) memoreerde de sterke stijging van het aantal meldingen dat in de afgelopen anderhalf jaar is binnengekomen. „We hebben het idee dat we nog maar het topje van de ijsberg zien.”
Ds. P.C. Vlot (Krabbendijke) riep ertoe op oog te hebben voor de „vergeten, verguisde en verachte slachtoffers in deze intense problematiek”. Hij drong er bij het deputaatschap op aan met een „dringende aansporing” te komen aan gemeenten om deze problematiek „op kerkenraadstafels te laten komen, zodat er beleid op komt, vertrouwenspersonen worden aangesteld. Voor al die slachtoffers die bekend zijn, maar ook voor hen die nog onbekend zijn.” Ds. J.B. Huisman (Ede) gaf aan dat veel kerkenraden inmiddels deze bezinning hebben doorgemaakt of dat momenteel doen, en onderstreepte de noodzaak van „borging” van goede processen rond deze thematiek.
Ook de klachtencommissie ziet een stijging in het aantal meldingen, zei voorzitter ds. Brons (Moerkapelle). „In deze weken werken we aan vijf zaken tegelijk, eigenlijk meer dan we aankunnen. Het laat zien hoe urgent het is om de kerk zo in te richten dat we recht kunnen doen aan zowel slachtoffers als daders in kwetsbare posities.”
De commissie heeft de synode een voorstel gedaan om voor de komende periode „de kwetsbaarheid te beperken en de onafhankelijkheid verder te versterken”, lichtte de predikant toe. Een van de onderdelen daarvan is de mogelijkheid van toetsing van een advies van de commissie door een onafhankelijke partij van buiten het eigen kerkverband.
Ds. Brons: „We spraken hierover met oud-minister Wim Deetman, die eerder onderzoek deed naar seksueel misbruik binnen de Rooms-Katholieke Kerk. Ook hij drong sterk bij ons aan op de mogelijkheid van onafhankelijke toetsing.”
Ds. A. Schreuder (Beekbergen) sprak steun uit voor dit voorstel. „De rechter heeft de laatste tijd verstandige uitspraken gedaan in situaties waar een kerk helemaal scheef ging. We moeten ons als kerk ervoor overhebben dat de waarheid boven tafel komt, ook al ben ik de schuldige. Laat we daarom niet te bang zijn voor zo’n extern oordeel.”
Ds. W. Visscher (Amersfoort) vroeg naar de lengte van een procedure waarbij ook nog een onafhankelijke toetsing plaatsvindt. „Al die tijd ligt een dergelijke kwestie binnen een kerkenraad en gemeente, dat is ingrijpend.” Ds. Brons gaf aan dat de commissie deze spanning herkent. „Het belang van de onafhankelijkheid en zorgvuldigheid maakt echter dat we tot dit advies komen.”
Enkele afgevaardigden benoemden dat het woord „doofpotcultuur” in de rapportage wordt gebruikt en vroegen er aandacht voor dat ook kerkenraden zich in dergelijke situaties in een moeilijke positie kunnen bevinden. Ds. P.J. de Raaf (Boskoop) erkende dat het gaat om een „naar woord”. „Maar wat is het tegelijk erg dat er verzwegen en ontkende geheimen zijn. Er ligt schuld in onze kerk als we geen recht doen aan slachtoffers of wegkijken als we moeilijke conclusies in rapporten lezen. Maar de Heere werkt niet over de zonde heen. Wat is het erg als iemand ons vraagt: „Doe ons recht”, maar diegene krijgt het niet.”
Ds. D. de Wit (Kesteren) vroeg naar de rol van justitie in misbruikkwesties. „Tot nu toe is de lijn altijd geweest dat in zulke zaken aangifte moet worden gedaan en dat de kerkenraad daarbij justitie volgt.” Ds. Brons gaf aan dat de klachtencommissie en het meldpunt klagers altijd in overweging geven om, als dat mogelijk is, aangifte te doen. Enkele afgevaardigden wezen erop dat niet alle vormen van misbruik ook daadwerkelijk door justitie behandeld kunnen worden, maar wel om kerkelijk handelen vragen.
Deel van het commissievoorstel is dat een kerkenraad niet meer ongemotiveerd moet kunnen afwijken van een advies vanuit de commissie. Doordat een motivatie wordt gegeven vanuit de kerkenraad, ontstaat de mogelijkheid voor mensen om vervolgens op basis van de beslissing van een kerkenraad de kerkelijke weg te bewandelen.
Geruime tijd werd doorgesproken over de vraag hoe een onafhankelijke toetsing zich verhoudt tot de bestaande kerkorde en de ambtelijke besturing van de kerk. Synodepreses ds. A. Schot concludeerde na de bespreking dat er op dit moment nog te veel vragen over de precieze uitvoering en kerkrechtelijke inbedding leven. De commissie zal in samenspraak met het moderamen in de februarizitting met een aangescherpt voorstel komen.