Gereformeerde Gemeenten

Home Over gergeminfo Gereformeerde Gemeenten

U bezoekt de website van het hierboven genoemd kerkverband. Dat wil zich langs deze weg bij de lezer introduceren. Het is goed ons te verdiepen in de historie. In 1834 vond de Afscheiding plaats. Een deel van de Nederlandse Hervormde Kerk scheidde zich af nadat in het Groningse Ulrum ds. Hendrik de Cock was geschorst en afgezet. Zijn opvatting was dat zijn kerkgenootschap zich van lieverlee aan de invloed van de Reformatie en de Nadere Reformatie onttrokken had. Voor een Schriftuurlijk, bevindelijke prediking was steeds minder ruimte gekomen, hoewel in de Hervormde kerk plaatselijk een rechtzinnige prediking bestond. De Cock stelde een Akte van Afscheiding of Wederkeering op; in het gehele land volgden predikanten en gemeenteleden zijn voorbeeld. Vervolgingen werden hun deel. Later bleken diverse gemeenten niet bereid bestaansvrijheid aan te vragen bij de koning (en te leven met de naam Christelijk Afgescheiden Gemeenten), hoewel zij dan gevrijwaard zouden blijven van die vervolgingen. De gemeenten vormden samen de Gereformeerde Kerk onder ’t kruis, namelijk het “kruis” van vervolgingen van overheidswege. Met name ook het verplichte gebruik van bundel met gezangen en het vervangen van de Dordtse Kerkorde door een reglement van kerkbestuur dat koning Willem I de Hervormde Kerk had opgelegd, vonden zij onwettig.

 In 1869 besloot een aantal kruisgemeenten (Enkhuizen, Lisse en Tricht) niet mee te gaan met de toen bereikte fusie tussen de christelijk afgescheidenen en de kruisgemeenten.

In 1841 is te Benthuizen ds. L.G.C. Ledeboer afgezet als predikant. Hij erkende die afzetting uit de Hervormde Kerk geenszins en stichtte in het land diverse gemeenten. Twee door hem bevestigde “oefenaars”, de heren Pieter van Dijke en Daniël Bakker, werden later predikant bij de “Ledeboerianen”.

Qua leer en leven bestonden er in feite nauwelijks verschillen tussen de Ledeboerianen en de zelfstandig gebleven kruisgemeenten. Zij beriepen zelfs elkaars predikanten.

Na een mislukte poging hebben deze gemeenten elkaar in 1907 gevonden en ontstond zo het kerkverband der Gereformeerde Gemeenten in Nederland en Noord-Amerika. Een minderheid met ds. L. Boone fuseerde niet mee en vormde de Oud-Gereformeerde Gemeenten. De keuze van een ambtsgewaad voor predikanten en het al dan niet zingen van de Psalmberijming van ds. Petrus Datheen werd vrijgelaten. Samensprekingen met de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerken (Kuyper!) maakten duidelijk dat de leerverschillen te groot waren om tot eenheid te komen.

De gezamenlijke synode, die de samensmelting voorbereidde, koos ds. N. H. Beversluis tot preses en ds. G.H. Kersten tot scriba. De eerstgenoemde vertrok in 1908 naar de Verenigde Staten en raakte daardoor uit beeld, maar ds. Kersten mocht tot zijn overlijden in 1948 veel betekenen voor het nieuwe kerkverband.

Mede door zijn invloed is de Theologische School in Rotterdam opgericht en verscheen ook een eigen kerkelijk orgaan, de Saambinder. Van meet af aan bestaan er nauwe banden met de gemeenten in de Verenigde Staten en Canada, de Netherlands Reformed Congregations. Ook in Zuid-Afrika en Nieuw Zeeland bestaan enkele gemeenten. Evenals de Nederlandse “moedergemeenten” zien zij Gods onfeilbaar Woord en de Drie formulieren van enigheid als basis voor de leer.

Na de Tweede Wereldoorlog gingen zending en evangelisatie binnen onze Gereformeerde Gemeenten (zoals het verband later ging heten) een belangrijke rol spelen, terwijl daarnaast diverse deputaatschappen kerkelijke en maatschappelijke taken gingen behartigen. Aandacht voor de jeugd en senioren bleef niet achterwege. Het belang van eigen scholen (al dan niet in samenwerking met andere verbanden) is spoedig ingezien.

Het kerkverband kent een viertal particuliere synoden en twaalf classes. De generale synode vergadert eens in de drie jaar.       

Het belang van archivering en documentatie van belangrijke kerkelijke zaken resulteerde in de oprichting van een eigen documentatiecentrum, dat gevestigd is “in de achtertuin” van de Theologische School in Rotterdam. Het zal gaandeweg van belang blijken te zijn.