In Memoriam ds. J. Mijnders (incl. rouwadvertentie)

Home Nieuwsberichten In Memoriam ds. J. Mijnders (incl. rouwadvertentie)

In verpleeghuis Salem te Ridderkerk is een einde gekomen aan de pelgrimstocht van mijn geliefde vriend en broeder ds. J. Mijnders. Wat zal dat toch voor hem geweest zijn: de Koning van Sion aanschouwen in Zijn aanbiddelijke schoonheid!

Jan Mijnders is van Jan verlost, om Hem eeuwig groot te maken, naar de lust van zijn hart, zoals hij het hier (soms sterk!) begeerde, maar niet kon. In de loop der jaren hebben we hem vaak ontmoet. Daarom valt het moeilijk om in een kort ‘ter gedachtenis’ wat orde te brengen. Omdat er zoveel herinneringen in me opkomen.

Zijn leven

Als 21-jarige werd Jan Mijnders door de Heere opgezocht. Als een buitenstaander, die nergens een schuilplaats kon vinden, heeft de Heere de heerlijkheid van de Christus aan hem willen openbaren. Over zijn leven heeft hij regelmatig verteld, dat hoef ik hier niet te herhalen. Allerlei wederwaardigheden in de oorlog stempelden zijn leven, ook zijn geestelijk leven. Goed merkbaar was dat hij onder de prediking van ds. P. Honkoop sr. was gebakerd.
In 1970 deed hij intrede in zijn eerste gemeente, Rijssen-Zuid, met de woorden die hem kenmerkten, zelfs in taalgebruik: ‘Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onze Heere Jezus Christus’. Ik hoor het hem met hart en ziel zeggen… Daarna diende hij Ridderkerk (1973- 1979) en vervolgens Veenendaal tot 1991. Toen moest hij om gezondheidsredenen emeritaat aanvragen. Hij vestigde zich in Barendrecht, naast zijn zoon en schoondochter, die hem met veel liefde al die jaren hebben omringd. In deze woning is hij ten val gekomen, wat tot zijn einde leidde.
Wie had in 1991 kunnen denken dat hij relatief vitaal zo’n hoge leeftijd zou mogen bereiken? Intens leefde hij met het kerkelijk leven mee. Wat steeds opviel was de radicaliteit waarmee hij alles wat van de mens was, afwees, en de heerlijkheid van zijn Koning mocht aanprijzen. Hij was bang om, zoals hij zelf zei: ‘de eer van mijn Koning tekort te doen, hoe groot mijn ellende ook is’.

Herinneringen

Misschien mag ik enkele persoonlijke herinneringen ophalen. Het is meer dan 45 jaar geleden dat hij als consulent van Klaaswaal bij me op bezoek kwam. Hij was door de kerkenraad ‘gestuurd’, opdat ik  de verkiezing tot ouderling zou aanvaarden. Maar dat gesprek liep anders. Wat was het mij wonderlijk te moede dat hij me begréép. Hij voelde aan dat dit voor mij innerlijk een onmogelijke zaak was. Niet uit onverschilligheid, maar doordat het van binnen één kluwen was. Toen is er met weinig woorden een (blijvende!) band gevallen.
Het was maart 1985 dat ik in het houten kerkje van Rhenen als proponent Mattheüs 16 vers 21 overdacht: ‘Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op, en volge Mij’. Tijdens de preek ontdekte ik ds. Mijnders uit Veenendaal in de kerk, stil achter iemand verscholen. Wat een schrik! Echter, zijn vaderlijke reactie na de dienst zal ik nooit vergeten: ‘Daar staat nu die onwillige ouderling. Als God werkt, wie zal dan keren?’
In mijn Ridderkerkse tijd (1992-2003), bestond de gemeente van Barendrecht nog niet en behoorde ds. Mijnders met zijn vrouw dus bij de gemeente, die hij zelf gediend had. In die tijd hadden we broederlijke contacten. Er lag een innerlijke band door de waarheid die naar de godzaligheid is.  

Eeuwig zingen

In zijn actieve ambtelijke dienst heeft ds. Mijnders zich onder meer ingezet voor het deputaatschap Evangelisatie en niet te vergeten voor het curatorium van onze Theologische School. Wat viel het hem moeilijk dat laatste los te laten. Lange tijd heeft hij als emeritus de gemeenten in de randstad gediend, waarbij hij, hoe begrijpelijk, een uitdrukkelijke voorliefde voor Barendrecht had. De dienst des Woords was en bleef zijn leven! Waarbij hij innerlijk bij bevinding goed wist dat daar de kracht en de troost ligt voor Sions pelgrims.
Op de ochtend na zijn honderdste verjaardag, 11 juni, heb ik hem nog in alle rust gesproken. Nu missen we een vaderlijke vriend. Maar de vriend van de Bruidegom mag nu altijd zingen: ‘Het is door u, door U alleen, om het eeuwige welbehagen!’

Bron: De Saambinder

Auteur: ds. G.J. van Aalst

Terug naar overzicht nieuws