Ds. J. Karels 50 jaar predikant

Home Nieuwsberichten Ds. J. Karels 50 jaar predikant

‘Ik heb altijd een zekere kanselvrees gehad’, zegt ds. J. Karels. ‘Als ik de preekstoel op moest, was het steeds mijn gebed: ‘Heere, help toch’. Als ik eraf kwam bad ik: ‘Heere, vergeef toch’. Maar ik moet ook zeggen: ‘Hij heeft waargemaakt wat Hij beloofde: Ik zal u een mond en wijsheid geven’’.

Op 2 september mag de nu 89-jarige emerituspredikant herdenken dat hij 50 jaar geleden door ds. A. Vergunst in het ambt werd bevestigd. Werkendam was zijn eerste gemeente. Daarna kwamen Beekbergen (1979), Rijssen-Zuid (1983), Oudemirdum (1991) en Middelharnis (1999). In 2003 ging hij met emeritaat. Preken doet hij al meer dan tien jaar niet meer. Maar hij zwijgt niet om goed van de Heere te spreken.

Gevraagd om in enkele zinnen de achterliggende vijftig jaar samen te vatten, zegt ds. Karels: ‘Ik ben een onbekwame en onnutte dienstknecht. Desondanks heeft Hij Zijn daân getoond en me trouwelijk geleid. Daarbij wil ik niet vergeten dat Hij me een vrouw heeft gegeven die me tot grote steun was’.

Terugkijkende op zijn studententijd aan de Boezemsingel zegt ds. Karels: ‘Naar menselijke maatsteven was ik in de beginjaren eenzaam op de Theologische School. In 1970 was er niemand aangenomen en in 1971 was ik de enige. Ik was dus alleen in het eerste leerjaar en in het tweede zat er niemand. Toch was het een goede tijd’. (tekst gaat verder onder foto)

Foto: J.P. Sinke, KrabbendijkeHet kerkgebouw te Werkendam, de eerste gemeente die ds. J. Karels diende.

Pinksteren

Zijn eerste spreekbeurt herinnert hij zich nog goed. ‘De zondag dat ik mocht gaan spreken, was het Pinksteren. Ds. De Gier stelde voor dat ik niet ’s zondags maar op Tweede Pinksterdag voor het eerst zou voorgaan. Hij zei: ‘Dan kun je spreken over de vruchten van de Geest. Dat is wat gemakkelijker’. Maar ds. A.F. Honkoop zei hij heel beslist: ‘Jij wilt toch dominee worden? Dan preek je aanstaande zondag’. Ik moest naar Brakel. Daar heb ik gesproken over: ‘En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest’. De Heere heeft me toen laten zien dat er niet staat: ‘door de Heilige Geest’, maar: ‘met de Heilige Geest”. Daar kreeg ik zelf ook onderwijs’.

Eerlijk zegt de hoogbejaarde predikant dat hij zich vaak onbekwaam voelde. ‘Ik vergeleek me dan met broeders die meer ervaring hadden of meer geestelijk onderwezen waren. En ja, ik kreeg ook weleens een tik in de consistorie. Zo moest ik op een doordeweekse avond ergens preken, en net voor het begin van de dienst zei een ouderling: ‘Dominee, er zullen wel niet zoveel mensen zijn. Want hier vlakbij gaat een dominee voor die veel geestelijke oefeningen heeft’. Zo moest ik de preekstoel op. Dan is het groot als de Heere laat merken van je af te weten. Hij heeft me nooit in de steek gelaten’.

Soms ondersteunde de Heere op bijzondere wijze. Zo is het sterven van ds. Chr. van Dam voor ds. Karels onvergetelijk. Die woonde in Werkendam. ‘s Zondags was na afloop van de dienst een gemeentelid in de consistorie gekomen om zijn afkeuring over de preek uit te spreken. Ds. Karels was verslagen. Drie dagen later was het dankdag. ‘s Avonds preekte hij over Openbaring 7. De volgende morgen belde de dochter van ds. Van Dam of hij die week langs wilde komen. ‘Vader wordt minder, maar hij is gisteravond bijzonder vertroost’. De andere dag ging ds. Karels naar de oude knecht. Deze was inmiddels -vrij onverwacht- niet meer bereikbaar. Toen ds. Karels bij zijn bed stond, sloeg ds. Van Dam echter zijn ogen open en zei: ‘Ach broertje, ben je daar? Wat heb je dankdagavond toch met opening mogen preken. Dat woord heeft de Heere gebruikt om Van Dammetje aan de poort van de eeuwigheid te brengen. En nu lig ik daar te wachten totdat ik word gehaald om binnen te komen’. (tekst gaat verder onder foto)

Het voormalige kerkgebouw, dat dienst deed van 1928 tot 2012.Het voormalige kerkgebouw van Middelharnis, de laatste gemeente die ds. J. Karels diende.

Goede tijd

Moeilijke momenten zijn ds. Karels niet bespaard gebleven. Diepingrijpend was het overlijden van zijn dochter Arenda. ‘Als er ooit een moment geweest is dat de vorst der duisternis me belaagd heeft, dan was het toen. Die besprong me met de vraag: ‘Spreek je nu ook nog goed van de Heere?’ Maar de Heere heeft het bijzonder wel gemaakt. Het was een moeilijke tijd, maar het was geestelijk ook een goede tijd’.

Ds. Karels was hij ook curator (‘menselijk gezien een onmogelijk werk’) en deputaat voor de zending en voor De Saambinder. ‘Bij De Saambinder kwam ik in de plaats van ds. W. Hage. Maar op de eerste vergadering werd ik al tot voorzitter gekozen. Tegensputteren hielp niet. Ds. Boogaard zei: ‘Zo doen we het. Punt’’. Ook was hij lid van enkele synodale commissies voor appelzaken. ‘Diepingrijpend. We denken weleens dat het nú in de gemeenten moeilijk is. En dat is het ook. Maar in het verleden speelde ook het nodige. Wat zouden er veel zaken snel opgelost en tegenstellingen overbrugd zijn, als ieder zou bidden: ‘Heere, maak me ootmoedig en klein’. Dat is wat God van ons vraagt’.

Bron: De Saambinder

Auteur: W.B. Kranendonk, Amersfoort

Terug naar overzicht nieuws