Op 22 oktober herdenkt de Netherlands Reformed Congregation in Norwich (Ontario, Canada) dat ze 75 jaar geleden geïnstitueerd werd. Terugziende mogen we wel zeggen: Eben-Haëzer, en hij zeide: Tot hiertoe heeft ons de HEERE geholpen (1 Samuel 7:12).
Er is in al die jaren veel gebeurd in Norwich. Er waren tijden van vreugde en van verdriet. Toch mocht het zaad van Gods Woord gedurig worden gezaaid. Van zondag tot zondag hadden we het voorrecht om vrijelijk naar Gods huis te komen om daar de prediking van wet en evangelie te horen. Het is een onverdiende zegen, en we mogen niet ontkennen dat de Heere, door Zijn soevereine genade, dat Woord nog heeft willen zegenen. De Heere heeft Zich niet onbetuigd gelaten en in vrije gunst die eeuwig Hem bewoog zondaren toegebracht tot de Kerk die zal zalig worden, en Gods kinderen willen onderwijzen. Mochten we eindigen in de ootmoed als we niet mogen ontkennen dat de Heere aan ons als gemeente gedachtig is geweest. Hij is onze hulp geweest in het verleden en is onze enige hoop voor de toekomst.
Sommigen van onze oude leden herinneren zich wellicht nog de kennelijke uitreddingen die de Heere in het verleden heeft willen schenken. Hoewel de immigranten erg arm waren, was de liefde en eenheid duidelijk zichtbaar. Als we bedenken hoe de Heere ons een plaats heeft geschonken om op Zijn dag samen te komen, maar ook hoe Hij die paar gezinnen heeft willen laten uitgroeien tot een grote gemeente, wat zullen we dan de Heere vergelden voor al zijn weldaden? Het is een zegen dat we de oude waarheid nog steeds onder ons mogen hebben, maar moge de Heere die door Zijn Geest ook in veler harten toepassen. (tekst gaat verder onder foto)
Interieur van het kerkgebouw te Norwich
Nadat verschillende immigrantenfamilies naar Ontario waren verhuisd, preekte ds. Lamain op 18 oktober 1948 voor dertig mensen over Hebreeën 13:5b: Ik zal u niet begeven, en Ik zal u niet verlaten. Op 30 juni 1949 werd Norwich officieel een afdeling in een dienst waarbij ds. Hegeman sprak over Mefiboseth (2 Samuel 9). Omdat de groep bleef groeien met leden uit onze Reformatorische achtergrond in Nederland, werd op 22 oktober 1950 de zelfstandige gemeente van Norwich geïnstitueerd en werden de eerste ambtsdragers bevestigd. Ds. Lamain sprak daarbij over Zacharia 4:10: Want wie veracht den dag der kleine dingen? Daar zich toch die zeven verblijden zullen, als zij het tinnen gewicht zullen zien in de hand van Zerubbábel; dat zijn de ogen des HEEREN, die het ganse land doortrekken. (tekst gaat verder onder foto)
Luchtfoto van de kerk in Norwich met op de voorgrond de pastorie
Gedurende de meeste van de achterliggende 75 jaren, hebben we het voorrecht gehad een eigen predikant te hebben. De gemeente van Norwich is in de afgelopen jaren gezegend geweest met ds. G. Zwerus, ds. L. Kieboom, ds. A.M. Den Boer en ds. J. Spaans als predikant. Thans wordt de gemeente bediend door ds. E. Hakvoort. Vanwege de groei van de gemeente tot meer dan 2200 leden, werd in 2020 besloten om in Courtland, zo’n 30 km. ten zuiden van Norwich, een afdeling te vestigen. In 2023 werd die afdeling geïnstitueerd tot zelfstandige gemeente, en reeds in 2024 mocht Courtland in Ds. E. Maljaars een eigen predikant ontvangen. Op 31 december 2024 telde Norwich 1689 leden en Courtland 481.
Moge het ook in de onbekende toekomst ervaren worden met Zefanja 3:12: Maar ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die zullen op den Naam des HEEREN betrouwen. Dan zal Hij er alleen de eeuwige eer van ontvangen.
Bron: Kerkenraad NRC Norwich
Kerkenraad van Norwich oktober 2025
Verslag jubileumdienst 22 oktober 2025
Woensdagavond vond de herdenkingsdienst plaats, waarin de Netherlands Reformed Congregation in Norwich (Ontario, Canada) herdacht dat ze 75 jaar geleden geïnstitueerd werden. De plaatselijke predikant, ds. E. Hakvoort, bediende het woord uit Psalm 44:2b: Gij hebt een werk gewrocht in hun dagen, in de dagen vanouds. Hij bepaalde de gemeente bij het thema: Wat werk Gij in hun dagen wrocht. En stond achtereenvolgens stil bij: 1. Gods werk in het verleden; 2. Gods werk in het heden, en 3. Gods werk in de toekomst.
Hij wees er onder meer op dat het bij herdenken niet gaan om wie wij zijn en wat wij hebben gedaan, maar om Wie de Heere is in Zijn trouw ondanks onze ontrouw, en om wat Hij gedaan heeft. Het gaat daarbij niet alleen om het wonder dat de Schriftuurlijk-bevindelijke prediking tot op heden nog gehoord mag worden, maar bovenal om het wonder dat vrije genade ook onder ons verheerlijkt mocht worden. En de Heere gaat daarmee nog steeds door. Daarom past het ons bij het herdenken van Gods daden in het verleden niet alleen terug te zien op de afgelopen 75 jaar; maar past het ons te beginnen waar God begint: in de stilte der nooit begonnen eeuwigheid, in het werk van een Drie-enig God. Daarheen brengt de Heere brengt Zijn volk terug, want daar ligt het geheim van zalig worden, in het verkiezende welbehagen van de Vader, het verlossende werk van de Zoon en het toepassende werk van de Heilige Geest. Als dat mag worden beleefd, doet het eindigen in het wonder.
Daarom gaat Gods werk ook door in het heden. Al waren de omstandigheden van Psalm 44 niet rooskleurig door de vele vijanden; en al is Gods Kerk vandaag ook Kerk te midden van de strijd door de driehoofdige vijand; de Heere gaat toch door met Zijn kerk vergaderend werk. Hij doet dat door Woord en Geest en in de weg van wedergeboorte en waarachtige bekering. Daarin wordt de zondaar in een ontdekkende en ontgrondende weg op het diepst vernederd, en wordt God op het hoogst verheerlijkt door plaats te maken voor en kennis te geven aan de zaligheid in Christus.
En daar ligt ook de hoop voor de onbekende toekomst. De Heere is Dezelfde, gisteren en heden en tot in eeuwigheid. Daarom smeekt de dichter in vers 27: Sta op, ons ter hulp, en verlos ons om Uwer goedertierenheid wil. Dat is ook het verlangen van de strijdende Kerk: Uw Koninkrijk kome. Daarom gaat het toch goed met de kerk, ondanks alles. Want het gaat op de eeuwigheid aan; op het grote begin zonder einde. Dan zal de strijdende Kerk overgaan in de triomferende Kerk en zal God eeuwig de eer ontvangen. Dan mag de Kerk eeuwig zingen met vers 9: in God roemen wij den gansen dag, om Uw Naam zullen wij loven in eeuwigheid. Sela.
Na de dienst werden kerkenraad en gemeente namens classis en kerkverband toegesproken door de consulent, Ds. E.M. Maljaars. Namens de Theologische School waren de docenten en studenten aanwezig.