GS 2022 - dag 2 - 15 september

Home Generale synode GS 2022 - dag 2 - 15 september

Statenvertaling

De synode van de Gereformeerde Gemeenten wil de Statenvertaling bewaren voor de volgende generatie en ziet de „urgentie” daarvan. Een synodale commissie heeft in nauwe samenspraak met de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) daartoe „een plan gepresenteerd.”

Dat deelde het moderamen van synode van de Gereformeerde Gemeenten vrijdagmorgen mee in een samenvatting van het besloten synodeoverleg. Donderdagavond sprak de synode achter gesloten deuren over de verstaanbaarheid van de Statenvertaling en het GBS-project.

De generale synode noemde het in 2020 een kerkelijke verantwoordelijkheid dat er „een getrouwe uitgave van de Statenvertaling is die bij het lezen geen onnodige misverstanden oproept”, zo meldt het moderamen. „De vergadering onderstreepte destijds het belang van één Statenvertaling in kerk, gezin en school. De destijds ingestelde synodale commissie heeft een reeks gesprekken gevoerd met de GBS. In die gesprekken groeide een gezamenlijke overtuiging dat er een opdracht ligt om de Statenvertaling te bezien op de punten „misverstaan en niet-verstaan.””

Tijdens de synodevergadering donderdagavond werd vanuit de commissie het plan toegelicht om te komen tot een „verantwoorde aanpak” van dit werk, zo meldde het moderamen. „Het gaat immers over Gods heilig Woord. Er zijn Bijbelteksten die ook in de dagen van Paulus moeilijk waren. Dat blijven ze. Er zijn ook moeilijke teksten, omdat de Statenvertalers bewuste aansluiting zochten bij de grondtalen. Dat is het eigene van de vertaling. Er zijn ook teksten die moeilijker zijn geworden omdat de taal zich ontwikkelt. Woorden die in de tijd van de Statenvertalers gangbaar waren, worden nu misverstaan of niet verstaan. Daar richt de GBS zich op en daarin hebben we elkaar gevonden.”

Vanuit de vergadering „klonk brede steun voor de voorstellen van de commissie”, aldus het moderamen vrijdagmorgen. „Tevens waren er diverse signalen dat er snelheid geboden is om deze zaak uit te voeren. Op het grondvlak is er al veel aan het schuiven ten gunste van andere vertalingen.”

Aangegeven werd dat „de GBS deze urgentie ook voelt, de taak ernstig neemt en personeel daarvoor vrijstelt”, aldus het moderamen. „De commissie vanuit de GG gaat na deze vergadering verder met de GBS in gesprek over de benodigde middelen en mankracht voor dit project. Zo kan ook een inschatting worden gemaakt wanneer het werk voltooid zou kunnen zijn.”

Vanuit de synode werd gewezen op de vele jaren die nodig waren om de Statenvertaling te maken, laat het moderamen weten. „Als dit project net zo lang duurt, dan zijn we echt te laat.”

De synode ziet ernaar uit dat er tijdens een volgende synode, dus over drie jaar, een nieuwe uitgave mag worden gepresenteerd, laat het moderamen weten.

De commissie komt in de vergadering van februari hierop terug en zal dan tevens nader ingaan op een aantal suggesties vanuit de synode.

Diverse synodeleden benadrukten het belang van de eenheid rond de Bijbel, zo laat het moderamen vrijdagmorgen weten. „Uit het gesprek bleek dat de GBS ook te rekenen heeft met de gevoelens binnen de kerkverbanden in de achterban. Een eensgezinde houding vanuit de kerken is ook een belangrijk signaal richting onze scholen, zo stelde een afgevaardigde.”

De commissie, en ook synodeleden, wezen op het belang van het „lezen én uitleggen van de Bijbel in gezinnen en op scholen”, zo meldt het moderamen. „Het is de bedoeling dat tijdens de vervolgvergadering van de synode in februari een handreiking gepresenteerd wordt over het gebruik van de Bijbel in het gezin.”

De synode van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN) spraken eerder dit jaar ook uit van plan te zijn om te participeren in het GBS-project waarbij in onbruik geraakte woorden in de Statenvertaling zullen worden vervangen door hedendaagse synoniemen. Een van de betrokkenen, ds. J. A. Weststrate (Gouda-Stationsplein), tevens hoofdbestuurslid van de GBS, noemde tijdens de synode van de GGiN voorbeelden van woorden die waarschijnlijk vervangen worden zoals: vlieden wordt vluchten; woonstede, woning; vederen, veren.

De Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) in Leerdam is over het project in gesprek met vertegenwoordigers van alle kerken die in het bestuur van de GBS zijn vertegenwoordigd, zodat de aanpassingen breed gedragen worden, zei hoofdbestuurslid ds. A. van Heteren, in juni. Het gaat dan naast de GG en de GGiN om de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland, de Hersteld Hervormde Kerk en de kerken binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken die verwant zijn aan Stichting Bewaar het Pand. Wetenschappelijk medewerkers van de GBS met kennis van de grondtalen en de Statenvertaling zijn bezig met het project, zo vertelde ds. Van Heteren eerder.

Hoofdredacteur Saambinder

Ds. Labee, predikant te Veenendaal en docent aan de Theologische School, volgt per 1 januari hoofdredacteur ds. G. J. van Aalst, emeritus predikant te Nieuw-Beijerland, op. Ds. Van Aalst zal voorlopig als redacteur bij het blad betrokken blijven. Ds. H. A. van Zetten (Nieuw-Beijerland), voorzitter van het deputaatschap ter behartiging van de belangen van De Saambinder, sprak de scheidende hoofdredacteur toe.

Ds. Van Zetten sprak zijn blijdschap uit over het aantal abonnees van het kerkelijk weekblad, dat nu rond de 20.000 ligt. Ds. Van Aalst onderstreepte dat, maar sprak tegelijk over een „kwetsbaar iets. Ook ons abonneebestand vergrijst.”

Verschillende afgevaardigden vroegen het deputaatschap de financiële mogelijkheid te onderzoeken om De Saambinder in elk gezin van de Gereformeerde Gemeenten te verstrekken.

Over digitale aanbieding van het blad is in het deputaatschap nagedacht, aldus ds. Van Zetten, „maar de behoefte daaraan blijkt op dit moment niet zo groot te zijn. Daarnaast vinden we het belangrijk dat De Saambinder fysiek in gezinnen aanwezig is.”

Lectuur

Het deputaatschap voor Bijbelverspreiding heeft in de achterliggende tijd veel aandacht besteed aan het online verstrekken van werken van gereformeerde lectuur voor een breed publiek wereldwijd. Ds. G. Clements (Gouda), tweede voorzitter van het deputaatschap, gaf aan dat de digitalisering van boeken een „hoge vlucht heeft genomen. Zelfs vanuit de stad Mekka zijn enkele duizenden downloads van gereformeerde lectuur.”

Ouderling J. M. van Koeveringe (Elspeet) vroeg of ook zichtbaar is hoe de werken ontvangen worden. Ds. Clements gaf aan dat op werken als ”De Christenreis” van Bunyan of Bijbelvertellingen van H. van Dam vanuit het buitenland waarderende reacties komen.

Zending

Het deputaatschap zending Gereformeerde Gemeenten bezint zich op de plaats van het predik­ambt in het zendingswerk. Momenteel is er geen zendingspredikant in actieve dienst, en dat ervaart het deputaatschap als „nood.” „Laten we die last blijven gevoelen.”

De generale synode van de Gereformeerde Gemeenten (GG) sprak donderdagochtend in Gouda uitvoerig over het zendingswerk. Ds. G. W. S. Mulder (Ridderkerk), voorzitter van het zendingsdeputaatschap, legde de vinger bij het tekort aan zendingspredikanten. Hij wees op de zendingsopdracht in Mattheüs 28. „Deze opdracht is gericht op de ambtelijke dienst, op de dienaren des Woords. Principieel willen wij daarom voor het zendingswerk blijven denken vanuit het predikambt. De zendingsopdracht dringt te meer nu wereldweeën ons laten zien dat het einde nabij is. Hoever zijn wij dan met deze opdracht? Keren wij ons niet te veel in onszelf?”

Ouderling H. T. Groenendijk (Capelle aan den IJssel-West) gaf de suggestie mee om studenten aan de Theologische School structureel mee te nemen met reizen naar zendingsvelden. „Wie weet ontstaat zo liefde tot dit werk.”

Ds. G. W. S. Mulder wees als markeerpunten op de afronding van een volledige Bijbelvertaling in de Una-taal en op de ingrijpende gevolgen van de coronapandemie in het zendingswerk.

Ouderling A. Hak (Alblasserdam) vroeg in verband met recente uitzendingen naar het Midden-Oosten naar de veiligheid van werkers bij uitzendingen naar gesloten of onveilige regio’s. Ds. Mulder liet weten dat dit zwaar weegt, maar dat het deputaatschap bij de bezinning op een nieuw zendingsveld ook concludeerde dat een groot deel van de onbereikte volken zich juist in onveilige gebieden bevindt. „Mogen we in het licht van de aanstaande wederkomst mensen in deze gebieden aan hun lot overlaten? Bij werkers in deze regio’s proefden we iets van de moed dat de Heere bij hun werk zou helpen en geleiden. Uiteraard ontslaat ons dat niet van de opdracht om verantwoorde beslissingen te nemen.”

Ds. G. Clements (Gouda) vroeg naar het beëindigen van de samenwerking met de theologische hogeschool in Bali. „Wat betekent dit voor de toekomst van deze school?” Ds. Mulder gaf aan dat het verzoek om ondersteuning aan de opleiding destijds als hartenkreet is ervaren. „Bij aanvang hebben we echter direct gezegd: we kunnen binnen ons mandaat en middelen geen langdurige relatie aangaan. Inmiddels is het project zoals dat toen is vormgegeven, afgerond.”

Op verzoek van de synode deelden afgevaardigden van kerken uit Nigeria en Indonesië –destijds ontstaan vanuit zendingswerk door ZGG– iets over de spanningsvelden waarin beide kerken opereren. Ook vertelden zij op welke manier hun kerk ernaar zoekt om het gereformeerde karakter te bewaren. Preses ds. P. Mulder signaleerde dat veel problematiek waarmee de kerken te maken hebben, overeenkomt met die van de kerken in Nederland. „Beiden worstelen we met de tijdgeest van onze cultuur enerzijds, en zoeken we aan de andere kant naar het bewaren van de leer naar de godzaligheid.”

Ds. Clements wees op het belang dat in zendingskerken zelf missionair besef leeft, zodat lokaal evangelisatiewerk wordt opgepakt. Ouderling Z. Klaasse (Beekbergen) merkte op dat het deputaatschap zoekt naar een nieuw zendingsveld, en vroeg hoe zich dat verhoudt tot het al bestaande werk. Ds. A. Schreuder (Beekbergen): „Moeten we het werk niet concentreren, zodat we onszelf niet overvragen?”

Ds. G. W. S. Mulder reageerde dat het deputaatschap zich van deze spanning bewust is. „Het is belangrijk betrokken te blijven bij wat we begonnen zijn, daar niet van weg te lopen. Anderzijds: een kerk die niet werft, sterft. We lezen in Handelingen dat Paulus soms ook ergens een zaadje plantte en weer verder ging. Het is een voortdurende zoektocht voor het deputaatschap hoe daarin te handelen.”